Statenvertaling
En Jónathan zeide tot David: De HEERE, de God Israëls, indien ik mijn vader onderzocht zal hebben omtrent dezen tijd, morgen of overmorgen, en zie, het is goed voor David, en ik dan tot u niet zende, en voor uw oor openbare;
Herziene Statenvertaling*
Jonathan zei tegen David: De HEERE, de God van Israël, is mijn Getuige dat ik mijn vader morgen of overmorgen omstreeks deze tijd uit zal horen; en zie, als het er dan goed voor David voorstaat, en ik stuur je geen bericht om het voor je oor te onthullen,
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Toen antwoordde Jonatan David: Bij de Here, de God van Israël, ik zal morgen of overmorgen omstreeks deze tijd mijn vader polsen; wanneer het er dan voor David goed voor staat, zal ik u dan geen boodschap zenden en het u in vertrouwen meedelen?
King James Version + Strongnumbers
And Jonathan H3083 said H559 unto H413 David, H1732 O LORD H3068 God H430 of Israel, H3478 when H3588 I have sounded H2713 ( H853 ) my father H1 about to morrow H4279 any time, H6256 or the third H7992 day, and, behold, H2009 if there be good H2896 toward H413 David, H1732 and I then H227 send H7971 not H3808 unto H413 thee, and shew it thee; H1540 ( H853 ) H241
Updated King James Version
And Jonathan said unto David, O LORD God of Israel, when I have sounded my father about tomorrow any time, or the third day, and, behold, if there be good toward David, and I then send not unto you, and show it you;
Gerelateerde verzen
Spreuken 25:2 - Spreuken 25:3 | Psalmen 139:1 - Psalmen 139:4 | Spreuken 20:5 | Psalmen 17:3 | Job 31:4 | Jozua 22:22